Actualiteiten Woonbudget bij de Alimentatieberekening

Actueel: Complexiteiten naar de praktijk vertaald

Met de invoering van het woonbudget (wat meer omvat dan alleen de woonlasten) is niet alleen beoogd om het berekenen van kinder- en partneralimentatie gemakkelijker en op dezelfde wijze te berekenen, maar ook om de voorspelbaarheid en rechtszekerheid te vergroten. Er zijn echter ook veel valkuilen, waar rekening mee gehouden moet worden.

Aan de orde komen onder andere de volgende onderwerpen:
- Wat te doen bij een tekort aan draagkracht (wat bij partneralimentatie vaker wel dan niet het geval is)? Heeft dat ook gevolgen voor het woonbudget bij kinderalimentatie?
- Wat te doen met de nieuwe partner: doet die nu wel of niet mee, en zo ja, wanneer en op welke wijze?
- Wat te doen wanneer de werkelijke woon-gerelateerde lasten behoorlijk afwijken van het woonbudget en er geen tekort aan draagkracht is?
- Kan er ook sprake zijn van hogere loongerelateerde woonlasten dan het woonbudget en zo ja, hoe pak je dat aan?
- Welke rol speelt de uitspraak van de Hoge Raad van 16 april 2021? Is die uitspraak ook relevant bij partneralimentatie? Is die uitspraak alleen relevant wanneer er een tekort is aan draagkracht?
- Hoe zit het met de stelplicht (en bewijslast)?
- Hoe zit het met dubbele woonlasten?
- Hoe zit het met de woonlast van een eigen woning als er voorlopige voorzieningen zijn?
- Op welke wijze houd je rekening met de onderhoudskosten voor een eigen woning (die volgens het Nibud ca. 1% van de woningwaarde zijn)?
- Welke rol kunnen woonlasten spelen in de inkomensvergelijking, en hoe onderbouw je dat?
- Hoe om te gaan met (hoge) woonlasten als gevolg van de woningnood?

Aan de hand van diverse praktijkvoorbeelden en door gebruik te maken van een rekenprogramma weet je hoe je na afloop van de cursus kunt of moet omgaan met het woonbudget, dat een stuk lastiger is dan het lijkt.